Categoriearchief: Droge vlieg

Bibio Marci

De Bibio Marci,

Op 17 maart stond het binden van Bibio Marci, ook wel rouwvlieg genoemd, op de planning. Door  corona en griep waren er helaas veel afmeldingen. Ron begon de avond met een powerpoint presentatie, waarin alle stadia van eitje naar larve tot volwassen Bibio werden besproken. Ook de kenmerken en het onhandige vliegen met de naar beneden hangende lange poten kwamen aan bod.

Daarna kon het binden beginnen. Als eerste was de extended body aan de beurt welke gebonden werd op een naald. Hiervoor werden strookjes zwarte foam gebruikt met een dikte en breedte van 2mm. In totaal werden er 5 segmenten gebonden waarna deze voorzichtig van de naald gehaald kon worden. De gebruikte haak was een Dry Wide Gape Barbless #16. Op de haak werd de extended body gebonden door 3 slagen over het foam, en dan 3 onder het foam om de kale haak te leggen. Dit werd herhaald tot net voor het haakoog. Het resultaat is dat de foam stevig vast zit en niet om de haak kan gaan draaien. Het resterende foam werd niet afgeknipt, maar bleef over het haakoog naar voor wijzen.

Daarna werd witte floating yarn ingebonden boven op de haak als vleugel. Deze was even lang als de extended body. Een zwarte cdc veer werd met de punt ingebonden ter hoogte van de thorax, en met een aantal slagen om de haaksteel gewikkeld en vastgezet, dit waren de poten. De foam werd vervolgens terug geslagen waardoor het haakoog weer zichtbaar werd, en er een klein bolletje ontstond, dit zijn de ogen, dus niet de kop wat vaak wordt gedacht.

Alle cdc fibers werden daarna naar beneden gehouden, en de foam werd daarover voor een tweede keer, maar nu wat verder terug geslagen en vast gezet, dit is de thorax. De foam kon daar vervolgens kort worden afgeknipt, en het uiteinde met een aantal lagen worden plat gebonden. De bibio werd daar ook afgebonden met een whip finisher.

Omdat het best een moeilijke vlieg was, bonden we nog een tweede.

Daarna was er de mogelijkheid om een derde “standaard” bibio te binden, of een reëlere versie, welke uiteraard wel moeilijker was! Het eerste verschil was daarbij dat er aan beide zijden van het foam tijdens het maken van de extended body er een zwart veertje van een struisvogel werd meegebonden. Dit lijken net haartjes te zijn wat een mooi effect geeft. Ook werden er nadat de extended body op de haak was gebonden aan beide kanten lange, in een hoek hangende achterpoten ingebonden. Dit waren per poot 3 fibers van een zwarte fazantenveer. Door de 3 bij elkaar te houden, kon er een knoopje in gelegd worden. Bij het knoopje ontstaat automatisch een hoek. Deze dient dan wel in de juiste positie op de haak gebonden te worden. Een andere mogelijkheid is de 3 fibers met bindlak aan elkaar te plakken. Als je deze voorzichtig met een hete naald aanraakt, ontstaat er ook een hoek.

Deze extra details zagen er schitterend uit, maar het viel niet mee ze netjes te maken!

Het was een leerzame bindavond met een bijzondere vlieg. Ron bedankt,

Binden met Martie,

Al diverse keren hadden we o.a. door corona deze bindavond uit moeten stellen, maar nu was het dan zover, de bind masterclass van Martie van den Brand. Martie begon met een uitvoerig uitleg over “camoscio” waar het vandaan komt, wat de juiste vacht is en wat de eigenschappen zijn van de gems vacht.
Dit schitterende natuurlijk bind materiaal heeft een veel hoger drijfvermogen dan bijv. hertenhaar, is veel zachter en breekt minder snel, waardoor het zich uitstekend leent voor het binden van oa. droge vliegen.

Als eerste werd een grote sedge gebonden op een haak 10. De binddraad werd maar de haakbocht gebracht, waar een bubbinglus werd gemaakt. Deze werd voorzien van dubbingwax waardoor de haren even wat blijven plakken en beter blijven zitten tijdens het twisten. Uiteraard werd wel eerst de ondervacht verwijderd en werden alleen de lange gemsharen gebruikt. Nadat de dubbinglus was voorzien van de haren werd deze om de haaksteel richting het oog gewikkeld, waarbij na iedere slag de haren naar achter werden gebracht.

Voordat de vleugel erop gebonden kon worden, diende deze eerst te worden voorbereid. Er werd een henneveer geselecteerd, op lengte gemaakt, en voorzichtig voorzien van een dun laagje Solatez lijm. Hierdoor kreeg de veer stevigheid maar werd niet echt hard. De veer werd over de stam dubbel gevouwen en aan de achterzijde wat rond geknipt. Als je de veer vervolgens los liet stond die in een V-vorm en had je aan de achterzijde 2 rondingen. De vleugel van ruim 2cm kon vervolgens worden ingebonden achter het haakoog waarna het restant van de stam werd afgeknipt.

Er werd een tweede dubbinglus gemaakt, voorzien van dubbingwax en gems haren en net achter het haakoog om de haak gewikkeld. De haren aan de onderzijde werden kort afgeknipt, en twee werden er als voelsprieten naar voren gericht. Om ze wat rond te maken had Martie speciale techniek. Hij verwarmde een dubbingnaald, en ging daarmee over de haren waardoor deze voorzien werden van een mooie bocht. Simpel, maar zeel doeltreffend. De sedge was nu klaar, en kon worden afgebonden.

Tijdens het nabinden liep Martie regelmatig rond om binders te helpen en tips te geven. Het samen binden van deze sedge duurde incl. de uitgebreide uitleg 1,5 uur. Daarna gaf hij een binddemonstratie van een schitterende meivlieg, uiteraard ook met gems. Helaas was er geen tijd om deze zelf ook mee te binden. Ook liet hij een vliegendoos met muisjes gebonden van gems haar rond gaan, met name grote forellen zijn daar gek op gaf hij aan. Ter afsluiting bond iedereen de eerder uitgelegde sedge zelf nog een keer, wat nu veel vlotter ging omdat de verschillende technieken en stappen bekend waren. Het was een geweldige bindavond welke uitstekend verzorgt was door Martie van den Brand. Dank je wel.

 

(Voorbeelden en materialen zijn beschikbaar via 54Deanstreet en Semperfly)

 

Vlagzalm snoepjes met Feitse Bootsman

Aan het begin van de bindavond werd stilgestaan bij de nieuwe locatie “Dorpscentrum d’Ouw School” in Oerle (Veldhoven) waar toen de eerste bindavond was. De ruimte was aanzienlijk groter dan die bij Jan en Anneke Kursten (DRB) waar we 10 jaar te gast waren geweest. Ook was er in “d’Ouw School” een beamer met een groot scherm en veel licht wat ook een voordeel is bij het binden. Uiteraard blijven we voor veel andere activiteiten zoals: de minibeurs en het vissen op de kreken en de ondersteuning  van DRB vliegvis activiteiten wel bij DRB.

Feitse had als thema vlagzalm snoepjes gekozen, als voorbereiding op het geplande vissen in Luxemburg. Er werd gebonden op haakjes #16 en uiteraard #18! Als dunne binddraad gebruikte hij rode “double thread” van het merkt Textreme. Omdat deze uit 2 draden bestaat is die ook ideaal te gebruiken voor het werken met cdc omdat het splitsen van de draad of maken van een dubbinglus dan niet nodig is. De droge vliegen waren gebaseerd op ontwerpen van de Italiaanse binder Agostino Roncallo maar dan een eigen tintje. De eerste was de Mirage 2 emerger, gebonden op een gebogen haak met en slechts 1 cdc veer. Deze veer werd zowel om de haak gewikkeld als body en ook terug geslagen en opgebonden als vleugel.

De tweede was de Mirage gebonden op een rechte haak met een lichaam van  de rode binddraad, een bud en ribbing van een glimmertje en slechts 1 cdc veer. 1/3 Van de veer werd staart, 1/3 het lichaam en 1/3 werd terug geslagen als vleugel. Bij de staart bleven alleen aan beide kanten 2 fibers staat als gespreide staart en de rest werd eruit geknipt. Beide waren vrij vlot te binden, als je de benodigde technieken beheerst. Uit de zaal kwam de vraag welke dikte tippet er bij een haakmaat hoort. Feitse antwoordde “het magische getal is 28”. 28 Is bij kleine haken de som van de haakmaat en tippet dikte. Dus bij een haakje 16 hoort een tippet van 12. Bij een haakje 18 een tippet van 10, etc. Naast de meer ervaren binders was er die avond ook een beginnende binder die van Bram een aantal basistechnieken kreeg aangeleerd.
Als laatste bond Feitse een kleine zelf samengestelde emerger / klinkhamer. Deze had een fluo orange bud, een lichaam van pauwenfiber met daarom een ribbing van een glimmende tinsel. De vleugel was licht orange van kleur, wat bij wat sneller stromend water vaak beter zichtbaar is dan wit, en een hackle werd er in parachute stijl om gewikkeld.
Feitse bedankt voor deze gezellige leerzame bindavond.

Bindavond met Martin Westbeek.

Op 24 november 2018 waren we op de Fly Happening in Putte (België). Daar zagen we Martin Westbeek bezig met het binden van een, ja wat was dat voor een beest? Onze interesse was direct gewekt. Het bleek een grote sedge te zijn gebonden met haar van een Gems. Als we groot zeggen, bedoelen we ook echt groot, de totale lengte bedroeg namelijk 6cm! Uiteraard bleven we allemaal staan kijken terwijl Martin er nog 1 voorbond en uitleg gaf. Het was voor ons nu wel duidelijk, deze sedge wilde wel binden op een KVVC bindavond, en op 14 april was het dan zo ver. Martin vertelde dat dit bindpatroon afkomstig was uit Italie, daar waar Martin ook regelmatig gaat vissen. De Gemzen lopen daar in de bergen ook in het wild rond. Deze grote droge vlieg gebruikt hij op zeer snel stormend water, de vis is net als wij geïnteresseerd in wat daar voorbij komt drijven, maar heeft i.v.m. de stoomsnelheid maar weinig tijd om te beslissen, en dan vang je ze dus. Het binden met gems is iets aparts, Martin wist het mooi te omschrijven met de term, het is “chaotisch” bindmateriaal, met andere woorden netjes binden is er niet bij, het is soepel en steekt alle kanten op.

De sedge wordt gebonden op een langstelige haak #8. Als bindgaren gebruikt hij GSP omdat deze draad extreem stevig is. Nadat de draad achter bij de haakbocht was opgezet maakte hij daar een dubbing lus welke met wax werd ingesmeerd omdat de GSP draad erg glad is. De haren van de gems werden in de lus gelegd, nagenoeg alles uitstekend aan 1 zijde. Nadat hij de dubbing lus had laten spinnen, en alle haren dus stevig vast zaten wikkelde hij deze om de haaksteel vanaf de haakbocht tot op tweederde van de haaksteel. Na iedere wikkeling de haren naar achteren strijkend. Nadat een vleugel was geknipt werd die aan de bovenzijde ingebonden waarbij het einde gelijk kwam met het einde van de haakbocht. Deze vleugel zorgde er ook voor dat de gems haren een beetje platter bleven liggen. Vervolgens werd er op die plaats een wit rond staafje foam (dat ook wordt gebruikt voor booby eyes) naar achter wijzend ingebonden. Let op dat je de draad niet te hard aantrekt, anders snijd deze de foam door. De foam werd als post rechtop gezet, en daarachter werd opnieuw een bubbing lus gemaakt en gevuld met gemshaar. Na het twisten werd deze 2 slagen om de haaksteel gewikkeld, de haren weer naar achter strijkend, en vervolgen 2 slagen om de post gewikkeld (Deze bindwijze is hetzelfde als bij een klinkhamer vlieg) en daarna nog 2 slagen om de haaksteel, net achter het oog. Vervolgens werd de vlieg afgebonden. Nadat de sedge uit de vice was gehaald werd de onderkant van de vlieg in model geplukt, de Italianen knippen namelijk niet, en ook verdwaalde haren werden verwijderd. Omdat het geen echt eenvoudige vlieg was bonden we daarna allemaal nog een tweede exemplaar, welke er bij de meeste al veel beter uitzag.

Als tweede was de Palù Sedge aan de beurt. Ook deze werd gebonden met gems haar maar op een haak #12. Deze sedge was met een lengte van 2,3cm aanzienlijk kleiner. Ook nu werd de binddraad achter opgezet en daar een dubbing lus gemaakt, ingesmeerd met wax, voorzien van gems haar (wel korter dan bij de vorige), en liet hij de lus spinnen waardoor de haren goed vast kwamen te zitten. De binddraad met gemshaar werd om de haaksteel gewikkeld, na iedere wikkeling naar achter strijkend, naar nu tot halverwege de haaksteel. Daar werd op eenzelfde manier een vleugel ingebonden. Daarna was een tweede dubbing lus aan de beurt, en die werd ook om de haaksteel gewikkeld tot aan het haakoog waar de vlieg werd afgebonden. Ook deze sedge werd aan de onderzijde geplukt.

Als laatste bond hij een Dyret voor, wel een droge vlieg, maar geen sedge. Hij werd gebonden op een haak #14. Met een hair packer werden de punten van hertenhaar mooi gelijk gelegd en staken als staartje uit tot voorbij de haakbocht. Het hertenhaar werd mooi boven op de haaksteel over de hele lengte van de haak vast gezet. (Dat is bij de vlieg op de foto niet helemaal goed gegaan.) Daarover kwam als body een laagje dubbing, en vervolgens werd er een lichte saddle hackle om gewikkeld waardoor een soort palmer ontstond. Aan de voorzijde werd onder het hertenhaar de vlieg afgebonden zodat het hertenhaar tot over het haakoog schuin omhoog stak en daar op lengte werd afgeknipt. Als laatste werden alle fibers van de hackle aan de onderzijde van de vlieg weg geknipt, en klaar was de Dyret.

Martin bedankt voor de geweldige avond,

Vliegvis event met Leon Janssen.

Op 16 februari heeft de KVVC Valkenswaard samen met de vliegvisverenigingen VVC Midden Limburg Neeritter, VVC St Petrus Weert en Flymph Veldhoven een vliegvis event met Leon Janssen georganiseerd. Als locatie was gekozen voor Forellenvisvijver Heinoord, wat het thuishonk is van VVC Midden Limburg. In totaal waren er 32 vliegvissers aanwezig.
Om 10:00u starte Leon met zijn presentatie over het insecten leven (entomologie). Als leidraad gebruikte hij het boek Wondervliegen deel 2 waarvan hij de auteur is. Ook nu begon hij met de vliegen welke als eerste in het vroege voorjaar op de “forellen rivieren” in België en ook Duitsland op het water verschijnen. Voorbeelden hiervan zijn de Blue dun (Baetis rhodani) en de March Brown (Rhitrogena haarupi). Veel aandacht bestede hij aan de kleuren, afmetingen, silhoueten en footprints van de vliegen. Leon gaat namelijk altijd uit van wat de vis ziet, dus de onderkant van de vlieg. Uiteraard vertelde hij ook veel over zijn vis ervaringen op de verschillende rivieren waar hij heeft gevist. Helaas waren niet alle afbeeldingen voor iedereen evengoed te zien op het grote projectiescherm omdat de zon, ondanks het feit dat het nog winter was, fel binnen scheen. Leon benoemde van veel vliegen ook de meeste stadia van het insect zoals: larve, nymph, emerger, dun, sub imago, imago en spinner. Ook gaf hij aan hoe die insecten leven, en waar en hoe, met de imitaties daarvan te vissen. Om 11:15 was er een korte pauze waarna Leon snel doorging met de vliegen welke in de zomer en als laatste in de herfst en winter voorkomen.

Om 12:30u was de lunch welke door het personeel van Forellenvisvijver Heinoord werd verzorgd. De lunch bestond uit twee broodjes en een heerlijke tomatensoep.
Na de lunch werden de tafels in een U-opstelling geplaatst en de camera klaar gezet, als voorbereiding voor het binden van in totaal 5 verschillende droge vliegen.

Leon bond op Vmc 9280 haken in verschillende maten omdat die de goede verhoudingen hebben. De weerhaak knijpt hij daarbij plat. Tijdens het binden bleken deze haken een kortere haaksteel dan bijv. TMC haken te hebben, en ook dat de haakbocht wijder was, wat voor een betere inhaking zorgt. Vmc #14 = ongeveer #16 van TMC.

Als eerste was de Yellow sally aan de beurt, daaropvolgend de Loopwing emerger, Blue dun, Grey flag sedge, de Jabba, en als laatste de BWO. Na ieder vlieg kwam Leon bij alle binders langs om te bekijken hoe de vlieg geworden was, en de aandachtspunten waren. Je kon je eigen vlieg op dat moment ook vergelijken met de door hem gebonden versie. Zelf gaf hij aan niet graag te binden, dus alle vliegen waren relatief snel te binden, geen hoogstandjes op vliegbindgebied waar wel goed vangende imitaties van de vlieg die op dat moment op het water aanwezig was. Hij is een purist en kiest hoofdzakelijk de volgende bindmaterialen: dubbing, smal goudtinsel, hazenvel of masker, ongeverfde cdc veertjes (omdat die beter drijven dan de geverfde veertjes), fanzantenstaartfibers en de SKIN, die moet van de beste kwaliteit zijn.

Om 16:00u werd eindigde dit geweldige vliegvis event.
We willen Leon Janssen dan ook hartelijk bedanken voor deze leerzame en gezellige dag.